Beijing opera of Peking opera bestaat al 200 jaar lang. De opera wordt gezien als de hoogste expressie van de Chinese cultuur. Het is bekend als een van de drie hoofd theatrale systemen in de wereld. Artistiek gezien is de Peking opera misschien wel de meest verfijnde vorm van opera in de wereld. De opera heeft de harten van de Chinezen veroverd. Van origine komt de Peking opera uit de Chinese provincies Anhui en Hubei. De opera bevatte twee hoofdmelodieën, Xi-Pi en Er-Huang uit de opera's van Anhui en Hubei. Daarna zijn verschillende aria's en muzikale stukken uit andere opera's samengesmolten tot de huidige Peking opera.

De geschiedenis van de opera:

Er wordt aangenomen dat de Peking opera werd geboren toen de vier grote Anhui groepen naar Peking kwamen in 1790. De opera was in eerste instantie alleen bedoeld voor de keizerlijke familie, maar later werd hij ook beschikbaar voor het 'gewone volk'. In 1828 kwamen een aantal beroemde Hubei spelers naar Peking. De Hubei en Anhui groepen speelden vaak samen op het toneel. Uit deze combinatie ontstond al snel de hoofdstroom van de Peking melodieën. Het was een uitzonderlijke vorm van entertainment dat geliefd was bij mensen van alle rangen en standen, van hoge regeringsfunctionarissen tot de lagere niveaus van de maatschappij. Er bestaan duizenden stukken die de hele historie en literatuur van China beslaan, zelfs aangepaste verhalen over het westen.

Er bestaan evenveel verschillende vormen van de Chinese opera als er dialecten bestaan. Er is bepaald, dat er duizenden verschillende takken van de Chinese opera bestaan. De meeste spelen plaatselijk in een regio met omliggende gebieden. Maar de Peking opera is de nationale standaard en heeft een hogere reputatie dan de andere takken van de Chinese opera. De voornaamste thuisbasis in het noorden zijn de steden Peking en Tianjin en in het zuiden de stad Sjanghai.

Tijdens de Culturele revolutie (1966-1976) werd de opera en ander vormen van theater verboden. Alle optredens die iets te maken hadden met oude cultuur mochten niet meer worden opgevoerd. Er waren slechts vier 'revolutionaire' opera's toegestaan. De traditionele Peking opera werd weer toegestaan vanaf 1978. Maar door de dreigingen van ander entertainment en het gebrek aan historische kennis bij de jongere verloor deze kunst veel van zijn toeschouwers. De meeste toeschouwers zijn oudere mensen die jong waren toen de Peking opera op zijn top was.

Bewegingen en muziek:

Alles draait om symboliek in de Peking opera. Met gebaren geeft iemand aan dat hij een deur opendoet, een kamer in- of uitgaat, een berg beklimt of een rivier oversteekt. De actie wordt begeleid met aanhoudende trommelmuziek vanuit de coulissen. De belangrijkste instrumenten zijn gong, trommel en ratels van hardhout of bamboe. De snaarinstrumenten zijn de jinghu (Peking-viool) en de erhu (chinese viool), de yuegin (maanvormige mandoline), de pipa (viersnarige luit) en de xianzi (driesnarige luit). Soms gebruikt men een hoorn en een fluit. De woorden worden zowel gesproken als gezongen (met hoge toon). In de gesproken delen wordt het Peking-dialect gebruikt voor clowns, frivole vrouwen en kinderen, terwijl het dialect van Hubei en Anhui dient voor de serieuze rollen.

De rollen:

De rollen worden ingedeeld naar leeftijd en persoonlijkheid.
Dan: vrouwenrollen met een onderverdeling in rustig en zacht of levendig of bijvoorbeeld besluiteloos.
Sheng: mannenrollen met een onderverdeling in oud, jong en krijger.
Jing: rol voor rustieke en eenvoudige mensen, of sluw en gevaarlijk. Deze worden onderverdeeld in belangrijk, minder belangrijk, burger en krijger; ze zijn te onderscheiden door de kleuren en patronen van de make-up en kostuums.
Chou: de clown; hij draagt een witte stip op zijn gezicht.
Daarnaast zijn er bijrollen als wachters, soldaten en hofdames.

Kostuums en schmink:

De betoverende kostuums die in de Peking-opera worden gedragen, zijn gebaseerd op de hofkostuums van zowel de dynastieën van de Han, de Tang, de Song en vooral de Ming. Bij het maken van het ontwerp van de kostuums heeft men oude muurschilderingen en tekeningen uit de betreffende periode bestudeerd. De symbolische kleuren en de patronen van de schmink zijn aanwijzigen voor karaktertrekken. Rood is de kleur van het dappere, loyale karakter. Zwart staat voor het goede, sterke karakter. Blauw symboliseert ongeremdheid en moed, maar ook arrogantie. Geel wijst op een afgezakte versie van dezelfde tekortkomingen, terwijl groen het teken is van een labiel karakter. Oranje en grijs zijn de kleuren van de ouderdom en een gouden masker wordt gedragen door goden en godinnen.